2. Voorwoord
Voor u ligt de twintigste publicatie in de Kennisnet Onderzoeksreeks, Ict in het onderwijs.
Vaak zijn innovaties in het onderwijs geïnspireerd door techniek. Een leuke gadget brengt je op een creatief idee
voor een les. Die supersnelle internetverbinding belooft nieuwe onderwijsvormen mogelijk te maken. En als al onze
leerlingen nou een laptop hadden, dan ...
Nadenken over de mogelijkheden van techniek is inspirerend, en het helpt om na te denken over de manier waarop je
onderwijs wilt geven. Tegelijkertijd blijkt keer op keer weer dat een eenzijdige gerichtheid op techniek zelden leidt
tot structurele verandering in de klas. Er wordt een keertje geëxperimenteerd, maar het idee dooft uit en men gaat
over tot de orde van de dag.
In deze publicatie beschrijven Sandra de Koster, Els Kuiper en Monique Volman van de Vrije Universiteit een
aantal proefprojecten met de omgekeerde werkwijze. Uitgangspunt: begin als school met het formuleren van je
onderwijsvisie, en kijk dan hoe techniek daarbij kan ondersteunen. Door eerst na te denken over wat je wilt bereiken
met je onderwijs, en daar de middelen bij te zoeken, is de kans groter dat de vernieuwing beklijft.
In deze publicatie staan de eerste resultaten van de proefprojecten. Wat kiezen de drie typen scholen voor een
ict-gebruik? En slagen ze erin om dat ict-gebruik zoals bedoeld in te zetten in de les? Een opvallend
onderzoeksresultaat is dat scholen die het onderwijs blijven geven dat ze altijd gaven, en daar ict aan toevoegen,
erin slagen om ict in relatief korte tijd te integreren. Scholen die ict-gebruik aangrijpen om ook het onderwijs zelf
te vernieuwen, blijken hier meer moeite mee te hebben. Dubbele innovatie, van het onderwijs en de middelen, blijkt
(erg) veel tijd te kosten en leidt lang niet altijd tot uitvoering van het idee. De route naar rendement en innovovatie
met ict lijkt in de praktijk vooral gebaat bij kleine stappen voorwaarts.
Wij wensen u veel leesplezier en inspiratie.
Alfons ten Brummelhuis
Hoofd Onderzoek Kennisnet
3
3. Het lijkt goed te gaan met het gebruik van ict in het
onderwijs. Er is veel geld in gestoken, op alle scholen
staan computers en andere ict-middelen en ze worden
ook gebruikt. De algemene verwachting was, dat de
beschikbaarheid en inzet van ict het onderwijs zou
verbeteren: meer gemotiveerde leerlingen, betere
leerresultaten. Toch tonen verschillende onderzoeken
aan dat deze verwachtingen niet uitkomen. Hoe kan
dat?
Een mogelijke oorzaak is dat ict-gebruik in veel
gevallen niet voortkomt uit de wensen van de
school maar uit de hulpmiddelen, de apparatuur,
de software. De innovatie gaat in die gevallen uit
van technologische mogelijkheden in plaats van
onderwijskundige wenselijkheden (Salomon e.a., 1996).
Daar komt bij dat er vaak wordt gedacht dat ict het
onderwijs vanzelf zal vernieuwen, wat keer op keer
niet het geval blijkt te zijn (zie ook het kader op de
volgende pagina).
Hoe kunnen we nu zorgen dat ict wel goed tot zijn
recht komt? De oplossing ligt voor de hand: betrek de
leerkrachten bij de ontwikkeling van het ict-gebruik en
laat het ict-gebruik aansluiten bij de onderwijsvisie
van de school.
Vanuit deze gedachte hebben het APS en APS IT-
diensten het Cumulusproject opgezet. Zes basisscholen
deden hieraan mee. Trainers van het APS hielpen
de leerkrachten om leerarrangementen met ict te
ontwikkelen en uit te voeren die pasten bij hun manier
van lesgeven. Onderzoekers van de Vrije Universiteit
en de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen volgden dit
proces.
Uiteindelijk moet het onderzoeksproject antwoord
geven op de vraag of deze werkwijze nu inderdaad
goed werkt. Maar die vraag is prematuur: om hem
te beantwoorden is nog veel meer onderzoek nodig.
In deze eerste fase hebben wij gekozen voor een
bescheidener vraag: ‘Hoe ging het?’ Wat gebeurt
er wanneer scholen eerst nadenken over hun eigen
onderwijsvisie en hun ict-gebruik daarop afstemmen?
Wat voor leerarrangementen ontwerpen ze? Hoe
reageren de leerlingen? Wat zijn de problemen waar de
scholen op stuiten?
Niet alle scholen zijn hetzelfde. We verwachtten dan
ook dat het ict-gebruik van school tot school zou
verschillen. Dat is de vraag waarop wij een antwoord
wilden: leidt deze manier van ict-ontwikkeling
inderdaad tot verschillend ict-gebruik in verschillende
typen scholen en hoe ziet dat er dan uit?
1 Inleiding
5
Inhoud
Voorwoord 3
1 Inleiding 5
2 Het onderzoek 7
2.1 Deelnemende scholen 7
2.2 Opzet van het onderzoek 8
3 Resultaten A-scholen: leerkrachtgestuurd 9
3.1 Onderwijsvisie 9
3.2 Ict-gebruik 9
3.3 Conclusies 12
4 Resultaten B-scholen: leerkracht- en leerlinggestuurd 13
4.1 Onderwijsvisie 13
4.2 Ict-gebruik 13
4.3 Conclusies 15
5 Resultaten C-scholen: leerlinggestuurd 16
5.1 Onderwijsvisie 16
5.2 Ict-gebruik 16
5.3 Conclusies 18
6 Vergelijking resultaten 19
6.1 Gebruik ict-middelen 19
6.2 Leerdoelen 20
7 Literatuur 21
4. 76
Onderzoek laat zien dat wanneer scholen erin slagen
om ict op een geïntegreerde wijze in te zetten, ook
andere aspecten van hun onderwijspraktijk mee
veranderen. Er worden andere instructiemethoden
gebruikt en het onderwijs wordt op een meer flexibele
manier georganiseerd:
■■ Als leerkrachten ict beginnen te gebruiken,
verschuift hun didactische aanpak in veel gevallen
van kennisoverdracht naar kennisconstructie (Dwyer
e.a., 1991).
■■ Leerkrachten neigen meer naar een
constructivistische benadering naarmate ze langer
met ict werken (Becker e.a., 1999).
■■ Ict heeft de kracht om het klassenklimaat en de
leerkracht-leerling relatie te veranderen (Somekh,
2000).
■■ Dit wordt theoretisch verklaard uit het feit dat
de computer als hulpmiddel de handelingen van
leerlingen en leerkrachten op nieuwe manieren
medieert. Door deze mediëring kunnen zowel de
structuur van leeractiviteiten, als de cognitieve en
communicatieve eisen die deze activiteiten stellen,
veranderen (Säljö, 1998). Zo reorganiseert ict de
interacties tussen leerlingen en leerkrachten en
tussen leerlingen onderling.
Ict lijkt dus in staat te zijn om onderwijs te
transformeren. Veel projecten die zich doelbewust
richten op dit soort transformatie door middel van ict-
innovatie leveren echter teleurstellende resultaten op.
Twee oorzaken hiervan lijken de top-down benadering
van deze projecten te zijn en de afstand tussen de
onderwijsvisie van de school en de ambities van de
ict-innovatie.
Een voorwaarde om integratie van ict in
onderwijspraktijken te laten slagen lijkt te liggen in de
mate waarin de school het ict-gebruik kan verbinden
met de eigen visie op onderwijs:
■■ Ict treedt zelden zelf op als katalysator van
onderwijsverandering. Wel kan het een krachtige
hefboom kan zijn voor het realiseren van innovaties
die de school al had gepland (Venezky e.a., 2002)
■■ Vooral vormen van ict-gebruik die dicht bij het
onderwijsconcept van de school blijven zijn effectief
in termen van betere leerprocessen en leerresultaten
(Kulik, 2003; Cox e.a., 2004; Ten Brummelhuis, 2006).
■■ De manier waarop ict-toepassingen worden gebruikt
en de leereffecten die dat heeft, hangen af van
de mate waarin het gebruik van die toepassingen
past binnen de bestaande handelingspatronen van
leerkrachten (Tolmie, 2001)
■■ Leerkrachten zijn geneigd om technologie in te
zetten op een manier die past bij de wijze waarop ze
gewend zijn onderwijs te geven (Niederhauser e.a.,
2001)
■■ De pedagogische opvattingen van leerkrachten
bepalen op welke manier zij technologie inzetten in
de klas (Ertmer, 2005; Tondeur e.a., 2008).
2.1 Deelnemende scholen
APS selecteerde zes basisscholen, verspreid over heel
Nederland, voor het Cumulusproject. De scholen kregen
begeleiding bij het ontwerpen en integreren van
leerarrangementen waarin ict een ondersteunende rol
speelde.
Bij de selectie van de scholen speelde vooral de
onderwijsvisie een rol. Heel globaal kun je scholen
indelen in twee typen: gericht op de leerkracht en
op kennisoverdracht, en: gericht op de leerling en op
kennisconstructie. Tussen deze twee uitersten is ook
een evenwicht mogelijk. Op grond hiervan werden de
scholen ingedeeld in drie categorieën:
■■ A-scholen: de leerkracht en de lesstof staan centraal
(leerkrachtgestuurd)
■■ B-scholen: zowel de leerkracht als de leerling,
zowel de lesstof als het leerproces krijgen aandacht
(leerkracht- en leerlinggestuurd)
■■ C-scholen: vooral de leerling en het leerproces staan
centraal (leerlinggestuurd)
Van ieder type werden twee scholen geselecteerd. In
hoeverre ze al ict gebruikten, maakte niet uit. Het
niveau liep wat dat betreft uiteen, al waren het geen
van alle beginnelingen.
Het Cumulusproject duurde tweeënhalf jaar. Na een
aanlooptijd van een half jaar ontwikkelde iedere
school maximaal vier leerarrangementen die door ict
ondersteund werden. Ze kregen de ict-middelen die
ze nodig hadden en werden begeleid door trainers
van het APS. De deelnemende groepen telden 12 tot 28
leerlingen en waren zowel homogeen als heterogeen
van samenstelling.
Een van de deelnemende scholen, basisschool De
Buitelaar, verliet het project na het eerste jaar.
2 Het onderzoekOnderzoek naar de relatie tussen onderwijsvisie en ict-gebruik
5. 98
2.2 Opzet van het onderzoek
Om te onderzoeken hoe het project op deze zes scholen
verliep, verzamelden we verschillende gegevens. We
maakten video-observaties, interviewden leerkrachten
en leerlingen en leerkrachten hielden logboeken bij. In
de meeste gevallen hielpen de leerkrachten ook met de
andere onderdelen mee, doordat ze zelf video-opnamen
maakten of hun leerlingen interviewden.
Vooraf wilden we weten wat de onderwijsvisie
van de school was en wat de leerkrachten van een
uitbreiding van hun ict-gebruik verwachtten. Voor
de onderwijsvisie gebruikten we de beschrijving
van de school door het APS en een interview met het
team aan het begin van het project. In dit interview
formuleerden de leerkrachten hun verwachtingen van
het project.
Van ieder leerarrangement maakten we een rapport. Dit
legden we voor aan de betrokken leerkrachten en waar
nodig stelden we het bij.
In dit hoofdstuk beschrijven we de onderwijsvisie van
de twee A-scholen en hun ict-gebruik in de loop van
het Cumulusproject. In tabellen vatten we samen welke
ict-middelen werden ingezet, met welk doel en bij
welke activiteiten. Ten slotte vergelijken we de twee
scholen en beantwoorden we de vraag of hun
ict-gebruik typerend is voor hun onderwijsvisie.
3.1 Onderwijsvisie
Basisschool Prinses Amalia (A1) is een groeischool
in een nieuwbouwwijk van een middelgrote plaats.
Basisschool De Appelboom (A2) is een oudere, relatief
kleine dorpsschool. Beide scholen streven hun
onderwijsdoelen vooral na met methodisch onderwijs
en stellen de leerresultaten vast met methodetoetsen
en het leerlingvolgsysteem van het Cito. De meeste
instructie is klassikaal met een vrij strikt tijdschema.
Na de instructie werken de leerlingen individueel
of in tweetallen aan hun opdrachten. Remediëring
wordt gegeven in kleine groepen, naar aanleiding van
toetsresultaten. Grotendeels bepaalt de leerkracht
de activiteiten van de leerlingen. Leerlingen mogen
soms wel bijvoorbeeld kiezen met wie ze willen
samenwerken.
Een verschil tussen de scholen is dat op de Prinses
Amalia de leerlingen een groot deel van hun
verwerkingstijd zelfstandig invullen aan de hand van
een weekplan. De leerkracht stelt dit weekplan op, de
leerling is grotendeels vrij te bepalen wanneer hij
aan welke opdracht werkt. Op De Appelboom geeft de
leerkracht dagelijks taken aan de hele klas en schrijft
voor wanneer de leerlingen aan welke opdracht
werken.
3.2 Ict-gebruik
Beide scholen ontwikkelden vier leerarrangementen,
meestal verbonden aan een methode die de school
gebruikte. De ict in deze leerarrangementen bestond
uit software bij de methodes, digitale schoolborden,
internet en software voor tekstverwerking en
presentaties.
Met de inzet van ict wilden de scholen in het algemeen
de betrokkenheid van de leerlingen bij de lessen
vergroten, zonder verlies van leerresultaten of zelfs
met verbetering daarvan, vooral voor leerlingen die
laag presteerden.
3 Resultaten A-scholen: leerkrachtgestuurdGroepen betrokken bij Cumulus leerarrangementen
Project Code leerarr. 1 leerarr. 2 leerarr. 3 leerarr. 4
Prinses Amalia A1 7-8 5 8 5
De Appelboom A2 3-4 4 8 1-2
De Bijenkorf B1 4-5-6 7-8 5-6 en 7-8 4
De Buitelaar B2 3-4-5
(3 groepen)
- - -
Christoffel Columbus C1 6-7-8
(2 groepen)
6-7-8
6-7-8
(2 groepen)
-
Kapitein Cook C2 4-5-6
(4 groepen)
4-5-6
(2 groepen)
- -
Noot: alle leerarrangementen werden onderzocht in één groep (met een of meer jaargroepen), tenzij anders aangegeven.
Tabel 1. Overzicht van deelnemende scholen en groepen
6. 10
Arrangement
+ groep
Ict-middelen Doelen Ict-activiteiten
A1-1
Groep 7-8
• Oefensoftware
rekenmethode
• Desktop computers in de
klas
• Meer betrokkenheid van
leerlingen bij oefeningen,
wat resulteert in betere
leerresultaten
• Meer zelfstandig werk door
leerlingen en differentiatie door
de leerkracht
• Individuele oefeningen
• Tweemaal per week 15 minuten, op
vaste tijden
A1-2
Groep 5
• Digitale schoolbord
• Gescande oefeningen uit
werkschrift
• Meer actieve betrokkenheid en
motivatie bij leerlingen tijdens
instructie, wat resulteert in
betere leerresultaten.
• Interactieve instructie van taal
en spelling; sommige leerlingen
mogen naar het bord komen om een
oefening te maken.
• 6 keer per week, 15-20 minuten
A1-3
Groep 8
• Oefen- en toetssoftware
methode begrijpend lezen
• Laptop en desktop
computers in de klas
• Meer betrokkenheid van
leerlingen bij het oefenen en
toetsen, wat resulteert in betere
leerresultaten, in het bijzonder
voor laagpresterende leerlingen
• Digitale toetsen besparen de
leerkracht tijd.
• Individuele oefeningen en toetsen
• Oefeningen: tweemaal per vijf
weken, 15-20 minuten, volgens
weekplan
• Toetsen: eenmaal per vijf weken
A1-4
Groep 5
• Internet
• Tekstverwerkings-
software
• Presentatiesoftware
• Laptop en desktop
computers in de klas
• Leerlingen ontwikkelen
internetvaardigheden: zoeken,
lezen, begrijpen.
• Leerlingen onthouden de
informatie die ze op het internet
vinden.
• Leerlingen leren van elkaar.
• Opdrachtkaarten bij
methode wereldoriëntatie:
internetzoekopdrachten, verwerken
en presenteren van informatie, in
tweetallen
• 3-4 maal per week, gemiddeld 1
uur per keer
• Twee instructies over
internetvaardigheden door
leerkracht
Tabel 2. Leerarrangementen op de Prinses Amalia
Arrangement
+ groep
Ict-middelen Doelen Ict-activiteiten
A2-1
Groep 3-4
• Internet
• Digitale fotocamera’s
• Desktop computers in de
klas
• Leerlingen leren meer zelfstandig
te werken, zonder verslechtering
van leerresultaten.
• Opdrachtkaarten bij methode
wereldoriëntatie: (beperkte)
informatieverzameling via een
online database, plus (beperkt)
gebruik van digitale fotocamera’s;
individueel of in tweetallen. 3-4
keer per week, gem. 1 uur
A2-2
Groep 4
• Oefensoftware rekenen bij
methode
• Desktop computers
• Adaptieve rekenoefeningen
leiden tot betere leerresultaten
en leveren de leerkracht
tijdwinst op
• Individuele oefeningen
A2-3
Groep 8
• Digitaal schoolbord • Meer begrip, motivatie en
betrokkenheid bij leerlingen,
resulterend in betere
leerresultaten
• Klassikale instructie rekenen
(metrisch systeem)
A2-4
Groep 1-2
• Digitale prentenboeken,
zowel kant-en-klaar als zelf
gemaakt
• Digitaal schoolbord
• Het gebruik van digitale
prentenboeken vergroot de
woordenschat van leerlingen op
meer effectief wijze.
• Het ‘lezen’ van digitale
prentenboeken, zowel klassikaal
(leerkrachtgestuurd) als zelfstandig
in kleine groepjes en individueel
Tabel 3. Leerarrangementen op De Appelboom
11
7. 13
4.1 Onderwijsvisie
Basisschool De Bijenkorf (B1) is een jonge school in een
nog groeiende nieuwbouwwijk van een middelgrote
stad. De Buitelaar (B2) is ook jong en ligt in een
landelijk dorp. De teams bestaan vooral uit jonge
leerkrachten, de onderwijsvisie is nog volop in
ontwikkeling. Beide scholen hebben als motto: ‘Leren
kan en moet leuk zijn.’ De groepen zijn heterogeen
van samenstelling om leerlingen de kans te geven met
en van elkaar te leren. Na de groepsinstructie werken
leerlingen zelfstandig, zowel individueel als in kleine
groepjes, aan weektaken.
Op De Bijenkorf speelt het concept van meervoudige
intelligentie van Gardner (1999) een grote rol.
Leerlingen kunnen activiteiten kiezen die passen bij
hun intelligenties, opdat het onderwijs meer betekenis
voor hen krijgt. Ze moeten ook hun eigen leervragen
formuleren. Veel onderwijsactiviteiten vinden plaats
rondom ‘kernconcepten’, volgens een methode van
KPC Groep, die samenhangen met de overkoepelende
thema’s ‘mens en maatschappij’ en ‘natuur en techniek’.
Soms zijn er workshops waaruit de leerlingen kunnen
kiezen. De leerkrachten gebruiken standaardmethodes
vooral als bron van kennis en oefeningen, en als
richtlijn om aan de eindtermen te voldoen. Een
uitzondering hierop zijn taal en rekenen, waarin de
methodes een grotere rol spelen. De Bijenkorf maakte
vier leerarrangementen tijdens het Cumulusproject.
Op De Buitelaar zijn het welzijn, de sociaal-emotionele
ontwikkeling en de leermotivatie van leerlingen
de hoofddoelen. De leeractiviteiten zijn iets meer
voorgestructureerd dan op De Bijenkorf; de leerlingen
hebben iets minder keus welke activiteiten ze doen.
In de zaakvakken worden standaardmethodes strikter
gevolgd.
De Buitelaar verliet het project na het eerste
leerarrangement.
4.2 Ict-gebruik
Beide scholen ontwikkelden vrij ingewikkelde
leerarrangementen. In de meeste B-arrangementen
speelde het gebruik van digitaal beeldmateriaal een
centrale rol. Leerkrachten verwachtten dat dit de
betrokkenheid van de leerlingen zou vergroten. In geen
enkel leerarrangement speelden methodes een rol.
4 Resultaten B-scholen: leerkracht- en
leerlinggestuurd
3.3 Conclusies A-scholen
Dit overzicht lijkt een typerend beeld te geven
van ict-gebruik op A-scholen. Allebei maakten ze
lesprogramma’s die dicht bleven bij hun didactische
principes en het bestaande curriculum. Ze kozen
bestaande materialen bij de door hen gebruikte
methodes (A1: 1, 3 en 4; A2: 1, 2 en 4), of pasten
bestaand materiaal aan voor gebruik op het digitale
schoolbord (A1-2, A2-3 en 4).
Beide scholen wilden via ict hun leerlingen actiever
en zelfstandiger maken. Maar ook hier bleven ze dicht
in de buurt van hoe zij gewend waren te werken.
Zelfstandig werk hield op beide scholen vooral in:
zonder hulp uitvoeren van oefeningen of opdrachten
– en vaak zonder dat de leerlingen inbreng hadden
in de manier waarop ze de oefeningen deden. In
A1-2 zagen we wel dat leerlingen zelf op het digitale
bord oefeningen maakten, maar het was nog steeds
de leerkracht die de activiteit stuurde en deels ook
uitvoerde.
In het vierde lesprogramma op de Prinses Amalia
kregen de leerlingen meer zeggenschap over de
uitvoering van de opdrachten. Hier komt ook
meer nadruk te liggen op het leerproces, door
het bevorderen van informatievaardigheden en
kennisconstructie door de leerlingen.
Op De Appelboom (A2-1 en 4) zagen we weliswaar dat
de leerlingen duidelijk zelfstandiger gingen werken,
maar vooral in die zin dat zij de opdrachten uitvoerden
met minder hulp dan anders. De zelfstandigheid nam
relatief sterk toe, maar was aan het begin van het
project dan ook erg laag.
Beide A-scholen gebruikten – ondanks een lichte
verschuiving naar meer zelfgestuurd werken – de
ict-middelen hoofdzakelijk om het lesgeven met
standaardmethodes te ondersteunen. De benadering
ging uit van de leerkracht.
12
8. 4.3 Conclusies B-scholen
Op beide scholen hadden zowel leerkrachten als
leerlingen weinig tot geen ervaring met een deel van
de ict-middelen. Daardoor ging veel tijd heen met
uitproberen en het oplossen van technische problemen.
Ook waren sommige leerarrangementen erg ingewikkeld
(veel middelen, veel activiteiten), zodat de leerkrachten
veel aandacht moesten besteden aan organisatorische
en technische zaken. Voor de inhoud bleef er dan
minder tijd over.
Opmerkelijk is dat het feitelijke ict-gebruik in
sommige leerarrangementen vrij beperkt was. In
B1-3 bijvoorbeeld, de database met tafeloefeningen,
bleken veel leerlingen nauwelijks gebruik te maken van
de database, omdat ze de oefeningen ook op papier
konden maken. Ook op De Buitelaar gebruikten lang
niet alle leerlingen de beschikbare ict-middelen, omdat
leerkrachten hen hierin vrij lieten.
Net als de A-scholen lijkt het de B-scholen te zijn gelukt
ict-ondersteunde leerarrangementen te ontwikkelen die
passen bij hun onderwijsvisie. Opvallend is dat in de
arrangementen van de B-scholen methodes geen enkele
rol speelden, terwijl ze wel worden gebruikt. ict-
activiteiten hebben op deze scholen als doel:
■■ leerlingen kunnen zelf bepalen wat ze willen leren
■■ leerlingen kunnen kiezen met welke intelligenties ze
willen werken
■■ leerlingen kunnen zelf bepalen hoe ze hun
activiteiten inrichten.
Doordat de ict-middelen soms nieuw waren en de
leerarrangementen vaak erg ambitieus konden sommige
geplande activiteiten niet worden uitgevoerd.
Arrangement
+ groep
Ict-middelen Doelen Ict-activiteiten
B1-1
Groep 4-5-6
• Digitale fotocamera’s
• Digitale videocamera’s
• Laptop computers
• Presentatiesoftware
• Internet
• Digitaal schoolbord
• Door het gebruik van zelfgemaakt
digitaal beeldmateriaal wordt
het thema ‘vriendschap’
betekenisvol en worden
leerlingen hierbij betrokken,
en worden de nagestreefde
leerresultaten behaald.
• Leerlingen maken foto’s en
videofilmpjes rond het thema.
• Leerlingen maken presentaties met
hun beeldmateriaal en informatie
van internet.
• Leerlingen geven presentaties op
het digitale schoolbord.
• Voornamelijk in kleine groepjes
• Verspreid over de week, eigen
tempo
B1-2
Groep 6-7-8
• Digitale videocamera’s
• Laptop computers
• Digitaal schoolbord
• Meer betrokkenheid van
leerlingen bij leeractiviteiten
• Door het maken van
videofilmpjes van eigen
experimenten kunnen leerlingen
samen kennis maken en met
elkaar delen.
• Tweetallen doen een scheikundig
experiment en maken hier een
filmpje over.
• Leerlingen laten hun filmpjes
aan de klas zien op het digitale
schoolbord.
• Verspreid over de week, eigen
tempo.
B1-3
Groepen 5-6 en
7-8
• Database op netwerk van de
school, met oefeningen van
de tafels van 0-10
• Laptop computers
• Zelfstandig oefenen van de tafels
• Doordat leerlingen oefeningen
kunnen kiezen die passen bij hun
intelligenties wordt het oefenen
van de tafels meer betekenisvol
voor leerlingen
• Leerlingen oefenen alleen, in
tweetallen of in groepjes de
tafels met behulp van niet-
digitale spellen die aansluiten bij
verschillende intelligenties, op te
zoeken in de digitale database.
• Volgens weekplan
B1-4
Groep 4
• Digitale fotocamera
• Printer
• Het zelf maken en gebruiken van
foto’s van groepjes voorwerpen
geeft leerlingen de kans het
principe van de tafels sneller en
beter te begrijpen.
• Leerlingen maken in tweetallen of
kleine groepjes foto’s van groepjes
voorwerpen.
• De leerkracht print de foto’s uit.
Leerlingen maken met de foto’s
fotoboekjes die het leren van de
tafels ondersteunen.
• Op vaste momenten in de week,
onder leiding van de leerkracht
Tabel 4. Leerarrangementen op De Bijenkorf
Arrangement
+ groep
Ict-middelen Doelen Ict-activiteiten
B2-1
Groep 3-4-5 (3
groepen)
• Internet
• Tekensoftware
• Tekstverwerkingssoftware
• Presentatiesoftware
• Digitale fotocamera’s
• Digitale videocamera’s
• Pod(cast) recorder
• Digitaal schoolbord
• Door de beschikbaarheid van
een groot aanbod van ict-
middelen voor het verzamelen en
verwerken van informatie kunnen
leerlingen beter onderzoek doen
en antwoorden op hun vragen
vinden.
• Leerlingen zoeken in kleine
groepjes antwoorden op hun
onderzoeksvragen rond het
thema ‘het weer’, met behulp van
verschillende ict-middelen.
• Op vaste momenten in de week,
onder leiding van de leerkracht.
Tabel 5. Leerarrangementen op De Buitelaar
14 15
9. 5.1 Onderwijsvisie
Basisschool Christoffel Columbus (C1) is een al langer
bestaande Jenaplanschool in een klein, landelijk dorp.
Veel aandacht gaat uit naar niet-intellectuele aspecten,
individuele verschillen en samenwerkend leren. Alle
groepen zijn heterogeen. Al voor het Cumulusproject
wilde de school het leren aantrekkelijker maken voor
leerlingen, onder andere door ze meer zelfstandigheid
te geven en ze onderzoeksprojecten te laten uitvoeren.
Methodes worden op deze school alleen gebruikt voor
taal en rekenen. De Christoffel Columbus maakte drie
leerarrangementen.
Basisschool Kapitein Cook (C2) ligt in een buitenwijk
van een middelgrote stad. De school is een paar jaar
geleden overgestapt op het concept van Natuurlijk
Leren, ontwikkeld door het APS, dat veel nadruk legt
op leren door te doen en te onderzoeken. Alle vakken
worden voornamelijk aangeboden in de vorm van
workshops, waaruit de leerlingen dagelijks kunnen
kiezen. Ze sturen hun eigen leren doordat ze een
portfolio bijhouden. Methodes worden hooguit als
bronmateriaal gebruikt. De Kapitein Cook maakte twee
leerarrangementen.
5.2 Ict-gebruik
Op de C-scholen werd een grote variëteit aan
ict-middelen ingezet, vooral in de vorm van
onderzoeksmiddelen, zoals internet en digitale
microscopen, ondersteund door digitale camera’s. In
alle leerarrangementen van de Christoffel Columbus
en in het eerste van de Kapitein Cook draaide het
om onderzoeksvaardigheden. Leerlingen waren
grotendeels vrij om te beslissen welke ict-middelen ze
wilden gebruiken. Ze gaven regelmatig presentaties
op het digitale schoolbord, vaak zonder hulp van de
leerkracht. De leerkrachten gaven workshops om de
leerlingen met de nieuwe middelen vertrouwd te
maken.
5 Resultaten C-scholen: leerlinggestuurd Arrangement
+ groep
Ict-middelen Doelen Ict-activiteiten
C1-1
Groep 6-7-8 (2
groepen)
• Digitale fotocamera’s
Digitale videocamera’s
• Pod(cast) recorders
• Beeldbewerkingssoftware
• Internet
• Presentatiesoftware
• Desktop en laptop
computers
• Digitaal schoolbord
• Het leren beheersen van
de vaardigheden die nodig
zijn voor het maken van
journalistieke rapportages
wordt meer betekenisvol
(begrijpend lezen, spelling,
communicatievaardigheden).
• Leerresultaten in begrijpend
lezen en spelling verbeteren.
• Leerlingen rapporteren individueel
en in kleine groepjes over
actuele gebeurtenissen op school
en daarbuiten, met behulp van
verschillende ict-middelen.
• Verspreid over de week, eigen
tempo
C1-2
Groep 6-7-8 (1
groep)
• Digitale fotocamera’s
• Digitale videocamera’s
• Digitale microscoop
• Internet
• Tekstverwerkingssoftware
• Presentatiesoftware
• Desktop en laptop
computers
• Digitaal schoolbord
• Het doen van onderzoek
wordt meer betekenisvol voor
leerlingen.
• Leerlingen volgen een workshop
over het gebruik van een ict-
middel.
• Leerlingen formuleren
individueel of in tweetallen een
onderzoeksvraag rond het thema
‘Ons huis’ en voeren een kort
onderzoek hiernaar uit.
• Leerlingen presenteren hun
resultaten op het digitale bord of
op muurkranten.
• Verspreid over de week, eigen
tempo
C1-3
Groep 6-7-8 (2
groepen)
• Digitale fotocamera’s
• Digitale videocamera’s
• Internet
• Tekstverwerkingssoftware
• Presentatiesoftware
• Desktop en laptop
computers
• Digitaal schoolbord
• Wanneer de leerkracht meer
aandacht besteedt aan het
proces van onderzoekend leren,
worden de leerervaringen en
presentaties van leerlingen
rijker.
• Workshop over het zoeken op
internet
• Leerlingen formuleren
individueel of in tweetallen
een onderzoeksvraag rond het
thema ‘De Cariben’ en voeren
een kort onderzoek hiernaar uit,
hoofdzakelijk via het internet.
• Leerlingen presenteren hun
resultaten op het digitale bord of
op muurkranten.
• Verspreid over de week, eigen
tempo
Tabel 6. Leerarrangementen op de Christoffel Columbus
16 17
10. 19
Op alle scholen die meededen aan het Cumulusproject
hebben we in de loop van het project meer intensief
en meer gevarieerd ict-gebruik zien ontstaan. De
betrokken leerkrachten ervoeren het gebruik van ict
in het project steeds meer als iets van henzelf. Ze
gebruikten ict op een manier die past bij hoe ze met
leerlingen willen werken en die dat ook ondersteunt.
Maar, zoals we verwachtten kunnen die vormen van
ict-gebruik er heel verschillend uitzien. De verschillen
hangen duidelijk samen met de onderwijsvisie van de
leerkracht en de school.
6.1 Gebruik ict-middelen
Een aantal middelen werd op alle scholen gebruikt:
desktop en laptop computers, digitale schoolborden en
internet.
De middelen werden echter wel – zoals verwacht – op
verschillende manieren ingezet. Op de A-scholen bleef
de leerkracht in hoge mate de leeractiviteiten sturen,
bijvoorbeeld doordat hij het digitale schoolbord
bedient. Leerlingen mochten dan oefeningen uitvoeren
op het bord, zoals de leerkracht dat voorschreef. Op
deze scholen trad bij wereldoriëntatie wel een kleine
verschuiving op doordat de leerlingen meer invloed
kregen op de uitvoering van opdrachten. Maar wanneer
en hoe ze internet gebruikten, werd nog grotendeels
bepaald door de methode.
Zowel op de B- als de C-scholen stuurden de leerlingen
in veel grotere mate hun leeractiviteiten, zowel bij het
digitale bord als bij internet. Op de B-scholen maakten
leerlingen zelf beeldmateriaal, terwijl op de C-scholen
de leerlingen en hun onderzoeksvragen bepaalden
wanneer en hoe ze het internet gebruiken. Dit is in
harmonie met de onderwijsvisie van deze scholen.
Niet alle ict-middelen zagen we in alle drie de
schooltypen terugkomen. Methodegebonden, op de
inhoud gerichte applicaties (met name de oefen- en
toetssoftware) zagen we alleen op de A-scholen, die
daarmee het gemotiveerd en zelfstandig oefenen van
leerlingen beoogden en tijdwinst voor de leerkracht.
Camera’s en andere visuele media lijken typerend
te zijn voor de B-scholen, die zo de betrokkenheid
van hun leerlingen wilden vergroten. De C-scholen
gebruikten vooral middelen die het onderzoek van
leerlingen ondersteunen, met name internet.
6 Verschillende scholen, verschillend ict-
gebruik?
5.3 Conclusies C-scholen
Net als de B-scholen zetten de C-scholen in hun
lesprogramma’s graag veel verschillende ict-middelen
in. Op de C-scholen ligt de nadruk echter meer op het
gebruik van informatiebronnen om onderzoeksvragen
te beantwoorden en speelt zelf gemaakt beeldmateriaal
een kleinere rol. Ict wordt op deze scholen ingezet om
leerlingen grotendeels zonder hulp van de leerkracht
aan opdrachten te laten werken en zelfstandig leerstof
te ontdekken. De leerkracht krijgt hierbij meer de rol
van coach. De ict-middelen werden ook ingezet om
het onderzoek van leerlingen echter te maken en het
leren voor meer betekenisvol te maken. Dit past bij de
onderwijsvisie van deze scholen.
Ook op deze scholen zagen we problemen ontstaan
doordat de leerarrangementen ingewikkeld waren
en veel van de ict-middelen nieuw. Op de Christoffel
Columbus was ook de pedagogische vorm van de
arrangementen, het doen van onderzoek door
leerlingen, een nieuwe vorm waar zowel leerkrachten
als leerlingen vertrouwd mee moesten raken. Op de
Kapitein Cook was het principe van meervoudige
intelligenties nog vrij nieuw. Op beide scholen
betekende de complexiteit van de arrangementen en
de onbekendheid met de leervormen en ict-middelen
dat er veel tijd en begeleiding nodig was om een
arrangement goed neer te zetten.
Arrangement
+ groep
Ict-middelen Doelen Ict-activiteiten
C2-1
Groep 4-5-6 (4
groepen)
• Internet
• Digitale microscopen
• Laptop computers
Topografische software
• Digitaal schoolbord
• Meer zelfgestuurd leren door
leerlingen
• Bevorderen van
verantwoordelijkheidsgevoel van
leerlingen
• Vooruitdenken door leerlingen
meer bewust te maken
• Leerervaringen dieper maken
• Leerkrachten houden meer
tijd over voor het coachen van
leerlingen.
• Leerlingen formuleren
individueel of in tweetallen een
onderzoeksvraag binnen het
domein wereldoriëntatie en voeren
een klein onderzoek hiernaar uit.
• Verspreid over de week, eigen
tempo
C2-2
Groep 4-5-6 (2
groepen)
• Internet
• Digitale microscopen
• Laptop computers
Topografische software
• Digitaal schoolbord
• Meer focussen op en gebruik
maken van meervoudige
intelligenties bij het gebruik
van ict
• Workshop over meervoudige
intelligenties
• Leerkrachten geven pro-actieve
sturing in het gebruik van ict
gekoppeld aan meervoudige
intelligenties.
• Leerlingen formuleren
individueel of in tweetallen
een onderzoeksvraag over een
zelfgekozen onderwerp en voeren
een klein onderzoek hiernaar uit.
• Verspreid over de week, eigen
tempo
Tabel 7. Leerarrangementen op de Kapitein Cook
18
11. 20
6.2 Leerdoelen
Alle scholen wilden ict gebruiken om leerlingen
zelfstandiger te laten werken, maar de scholen
bedoelden hier niet allemaal hetzelfde mee. Op de
A-scholen betekende zelfstandig werken vooral dat
leerlingen hun opdrachten moesten maken met weinig
of geen hulp van de leerkracht; de opdrachten waren
echter wel duidelijk voorgeschreven, ongeacht de
leeftijd van de leerlingen. Op de B- en C-scholen werd
met zelfstandig werken met ict eerder bedoeld dat
leerlingen zelf in zekere, soms grote, mate bepalen wat
en hoe ze leren. De C-scholen leken hierin wat verder
te gaan dan de B-scholen, wat ook overeenkomt met het
gemaakte onderscheid in onderwijsvisies.
Ook wilden alle scholen met ict de motivatie en
betrokkenheid van de leerlingen vergroten, maar ook
dit weer op verschillende manieren. De A-scholen
zetten hiervoor onder andere methodegebonden
software in, de B-scholen zochten de motiverende
kracht van ict vooral in zelfgemaakt beeldmateriaal,
terwijl de C-scholen inzetten op het doen van
onderzoek met onder andere internet.
Verder valt op dat zowel de B- als de C-scholen
consequent kozen voor complexe leerarrangementen
en ict-toepassingen, wat de integratie van
ict bemoeilijkte. De A-scholen kozen eerder
voor transparante, minder gecompliceerde
leerarrangementen die ook meestal werden uitgevoerd
zoals gepland. De leerarrangementen op de B- en
C-scholen kwamen door hun complexiteit vaak niet
voorbij een experimenteel stadium. Voor het effectief
inzetten van deze leerarrangementen is kennelijk
meer tijd en ondersteuning nodig, zowel technisch als
pedagogisch.
21
Becker, H. J. & Ravitz, J. (1999). The influence of
computer and internet use on teachers’ pedagogical
practices and perceptions. Journal of research on
computing in education, 31 (4), 356-385.
Brummelhuis, A. ten (2006). Aansluiting onderwijs
en digitale generatie. In: J. de Haan & C. van ‘t Hof
(red.), Jaarboek ICT en samenleving 2006: de digitale
generatie. Amsterdam: Boom.
Cox, M., Webb, M., Abbott, C., Blakeley, B., Beauchamp,
T., & Rhodes, V. (2004). A review of the research
literature relating to ICT and attainment. London: Becta.
Dwyer, D. C., Ringstaff, C., & Sandholtz, J. H. (1991).
Changes in teachers’ beliefs and practices in
technology-rich classrooms. Educational Technology 48
(8), 45-52.
Ertmer, P. A. (2005). Teacher pedagogical beliefs: the
final frontier in our quest for technology integration?
Educational Technology Research & Development, 53 (4),
25-39.
Gardner, H. (1999). Soorten intelligentie. Meervoudige
intelligenties voor de 21ste eeuw. Amsterdam:
Uitgeverij Nieuwezijds.
Koster, S. de, Kuiper, E. & Volman, M. (2009). Een
andere aanpak voor de integratie van ICT in het
basisonderwijs: het onderwijsconcept van de school
als uitgangspunt. Amsterdam: Vrije Universiteit.
Beschikbaar op onderzoek.kennisnet.nl.
Kulik, J. (2003). Effects of using technology in
elementary and secondary schools: What controlled
evaluation studies say. Arlington: SRI.
Niederhauser, D. S., & Stoddart, T. (2001). Teachers’
instructional perspectives and
use of educational software. Teaching and Teacher
Education, 17 (1), 15-31.
Säljö, R. (1998). Thinking with and through artefacts.
The role of psychological tools and physical artifacts in
human learning and cognition. In: Faulkner, D., Littleton,
K., & Woodhead, M. (red.), Learning relationships in
the classroom (pp. 54-66). London/New York: Routledge/
Open University.
Salomon, G. & Perkins, D. (1996). Learning in
Wonderland: What do computers really offer education?
In: S.T. Kerr (red.), Technology and the future of
schooling. 95th yearbook of the National Society for
the Study of Education (pp. 111-130). London/New York:
Routledge/Open University.
Somekh, B. (2000). New technology and learning: policy
and practice in the UK, 1980-2010. Education and
Information Technologies, 5 (1), 19-38.
Tolmie, A. (2001). Examining learning in relation to
the contexts of use of ICT. Journal of Computer Assisted
Learning, 17, 235-241.
Tondeur, J., Hermans, R., Braak, J. van & Valcke, M.
(2008). Exploring the link between teachers’ educational
belief profiles and different types of computer use in
the classroom. Computers in Human Behaviour, 24 (6),
2541-2553.
Venezky, R. L. & Davis, C. (2002). Quo vademus?
Transformation of schooling in a networked World.
OECD/CERI.
7 Literatuur
12. 22
Colofon
Eerst onderwijsvisie, dan techniek
Kennisnet, Zoetermeer
december 2009
ISBN: 9789077647295
Onderzoek: Sandra de Koster (Vrije Universiteit Amsterdam), m.m.v. Els Kuiper (VU), Monique Volman (VU), Marijn Tanis (VU), Marijke Kral (Hogeschool van
Arnhem en Nijmegen), Bregje de Vries (HAN), Marieke de Visser (HAN), Roland Kok (HAN).
Tekstredactie: Het Laatste Woord
Vormgeving: GOfor Design
Druk: Drukkerij de Bink
Volledige eindrapportage: Deze publicatie is gebaseerd op de onderzoeksrapportage ‘Een andere aanpak voor de integratie van ICT in het
basisonderwijs: het onderwijsconcept van de school als uitgangspunt’. Gepubliceerd in november 2009 op onderzoek.kennisnet.nl.
Naamsvermelding-NietCommercieel-GeenAfgeleideWerken 2.5 Nederland
De gebruiker mag:
n het werk kopiëren, verspreiden, tonen en op- en uitvoeren 0nder de volgende voorwaarden:
Naamsvermelding. De gebruiker dient bij het werk de naam van Kennisnet te vermelden.
Niet-commercieel. De gebruiker mag het werk niet voor commerciële doeleinden gebruiken.
Geen Afgeleide werken. De gebruiker mag het werk niet bewerken.
n Bij hergebruik of verspreiding dient de gebruiker de licentievoorwaarden van dit werk kenbaar te maken aan derden.
n De gebruiker mag uitsluitend afstand doen van een of meerdere van deze voorwaarden met voorafgaande toestemming van Kennisnet.
Het voorgaande laat de wettelijke beperkingen op de intellectuele eigendomsrechten onverlet.
www.creativecommons.org/licenses
Disclaimer: De door kennisnet verstrekte informatie is ontleend aan bronnen die betrouwbaar mogen worden geacht, maar voor de juistheid en volledig-
heid daarvan kan niet worden ingestaan. Kennisnet aanvaardt dan ook geen aansprakelijkheid voor schade in verband met het gebruik van informatie uit
deze uitgave, daaronder begrepen schade veroorzaakt door onjuistheid of onvolledigheid van deze informatie. De in dit artikel bedoelde beperking of
uitsluiting van de aansprakelijkheid geldt niet voorzover schade het gevolg is van een bewust roekeloze of opzettelijke tekortkoming van de auteur.
Deze uitgave is met grote zorg samengesteld. Mocht u echter onvolkomenheden en/of tegenstrijdigheden constateren, dan verzoeken wij u hiervan melding
te maken bij Kennisnet met opgave van de eventuele consequenties en/of correcties.
Dit is een publicatie van Stichting Kennisnet. www.kennisnet.nl
13. KENNISNET Onderzoeksreeks n Ict in het onderwijs
Wat weten we uit wetenschappelijk onderzoek over ict in het onderwijs en hoe kunnen scholen
samen met onderzoekers voortbouwen op beschikbare resultaten uit eerder uitgevoerd
onderzoek?
De Kennisnet Onderzoeksreeks Ict in het onderwijs heeft als doel een verzamelplaats te zijn
voor antwoorden op deze vragen. Daarvoor wordt gebruik gemaakt van de praktijkervaringen
van onderwijsprofessionals en resultaten uit wetenschappelijk onderzoek.
Deze reeks is bedoeld voor management en leraren in het onderwijs en voor instellingen en
organisaties die het onderwijs ondersteunen bij effectief en efficiënt gebruik van ict.
2008
Nr. 1 - Kennis van Waarde Maken
Nr. 2 - Leren met meer effect
Nr. 3 - Ict werkt in het vmbo!
Nr. 4 - Games in het (v)mbo
Nr. 5 - Web 2 in de BVE
Nr. 6 - Digitale schoolborden in het PO
Nr. 7 - Speciaal onderwijs levert maatwerk met ict
Nr. 8 - Opbrengsten van ict-projecten
Nr. 9 - Leren in Second Life
Nr. 10 - [email protected]
Stichting Kennisnet
Postadres Bezoekadres T 0800 - KENNISNET
Postbus 778 Paletsingel 32 F (079) 321 23 22
2700 AT Zoetermeer 2718 NT Zoetermeer kennisnet.nl
Kennisnet. Leren vernieuwen.
onderzoek.kennisnet.nl
2009
Nr. 11 - Web 2.0 als leermiddel
Nr. 12 - De betrouwbaarheid van internetbronnen
Nr. 13 - Leren met meer effect: de onderzoeksresultaten
Nr. 14 - Samen Engels Leren Spreken
Nr. 15 - Taalontwikkeling van jonge kinderen
Nr. 16 - Digitaal leermateriaal taalonderwijs PO
Nr. 17 - Jongeren en interactieve media
Nr. 18 - Essays over bruikbaar digitaal leermateriaal
Nr. 19 - Computersimulaties in het VO
Nr. 20 - Eerst onderwijsvisie, dan techniek