SlideShare a Scribd company logo
4 Afweer
V6
202425
V6 Bescherming 2024-2025 biologie afweer
13 Afweer
Oriëntatie Besmettingsgevaar in de crèche?
BS 1 Bescherming
BS 2 Afweer
BS 3 Immuniteit
BS 4 Transplantatie en bloedtransfusie
Samenhang Poep, meest veelzijdige medicijn
Oriëntatie Besmettingsgevaar in de
crèche?
BS 1 Bescherming
Inwendig en uitwendig milieu
Lichaamsvreemde stoffen
Virussen
Eerste verdedigingslinie
Inwendig en uitwendig milieu
• Blootstelling aan ziekteverwekkers /
pathogenen
• Klein – virussen + bacteriën
• Groot – schimmels + dieren (insecten,
wormen)
• Scheiding inwendig en uitwendig milieu
door dekweefsel
Lichaamsvreemd en lichaamseigen
• Infectie = ziekteverwekker is lichaam binnengedrongen en
vermenigvuldigd zich
• Ziekteverschijnselen
• Afgifte stoffen – bacterien, schimmels, dieren
• Locatie infectie
• Huid, slijmvliezen – schimmels
• Rest – bacteriën, virussen, eencellige dieren
• Type stof
• Lichaamsvreemd – stoffen en cellen die niet in lichaam thuishoren
• Lichaamseigen – stoffen en cellen door lichaam gemaakt
• Afweersysteem / immuunsysteem beschermt tegen lichaamsvreemde stoffen
en organismen
Lichaamsvreemd en lichaamseigen
• Antibioticum / antibiotica = medicijnen doden of remmen
groei van bacteriën (NIET VIRUSSEN)
• Beschadigen celwand
• Blokkeren stofwisseling
• Resistentie = ongevoelig worden door bacterien
• Vaak gebruik
• Slecht gebruik
Virussen
• Virus – geen organisme
• Lichaamscellen gastheer binnen dringen om te
overleven en voort te planten
• DNA-virus / RNA-virus met eiwitmantel
• HIV
Lichaamsvreemd en
lichaamseigen
• Infectie pathogene schimmel
• Oppervlakkig
• Warm + vochtige plaats
• Zwemmerseczeem
• Vaginale infectie Candida albicans
• Dierlijke parasieten
• Op lichaam, in weefsel of darmen
• Hoofdluis,
• Bedwants
• Schurftmijt
• Spoelworm
Eerste verdedigingslinie
• Mechanische afweer
• Huid
• Slijmvliezen
• Ogen, neus, mond, ademhalingsstelsel,
voortplantingsstelsel
• Chemische afweer
• Slijm
• Maagsap – pH 1-2
• Zweet & tal – pH 3-5
• Goede bacterien
• Bescherming invloed buitenaf
• Beschadiging
• Verdamping
• DNA-beschadiging door UV-straling
• Melanocyten in kiemlaag - pigmentvormend
Eerste verdedigingslinie
• Bescherming invloed buitenaf
• Beschadiging
• Verdamping
• DNA-beschadiging door UV-straling
• Melanocyten in kiemlaag – pigmentvormend
• Melanine – door blootstelling huid aan
zonlicht
READER
Opdracht 6V4.1 (blz 164)
Onderdelen en functie huid
V6 Bescherming 2024-2025 biologie afweer
BS 2 Afweer
Immuunsysteem
Fagocyten (Aangeboren afweer)
Antigeen-presenterende cellen
Lymfocyten (Verworven afweer)
MHC-receptoren
Cellulaire respons (Reactie van T-cellen)
Humorale respons (Reactie van B-cellen)
Allergische reacties
Geheugencellen
Immuunsysteem
• Binnen dringen in inwendige milieu – activatie
afweersysteem
• 2e
verdedigingslinie – aangeboren / niet-specifieke afweer
• Tegen verschillende typen ziekteverwekkers
• Snelle eerste afweer tegen infectie
• Activeert verworven afweer
• 3e
verdedigingslinie – verworven / specifieke afweer
• Gewervelde dieren
• Opbouw gedurende leven
• Tegen 1 specifieke ziekteverwekker
• Tegen eigen veranderde eigen cellen (geinfecteerde cellen of
kankercellen)
• Lymfoide organen = organen betrokken bij
afweersysteem
• Beenmerg
• Thymus
• Milt
• Lymfeknopen
Immuunsysteem
• Vorming witte bloedcellen uit stamcellen in
rode beenmerg
• Fagocyten – aangeboren afweer
• Mestcellen – aangeboren afweer
• Lymfocyten – verworven afweer
• Verdere ontwikkeling lymfocyten
• in thymus
• T-cellen / T-lymfocyten
• Beenmerg
• B-cellen / B-lymfocyten
• Opslag en transport witte bloedcellen
• Thymus
• Milt
• lymfeknopen
Fagocyten
(Aangeboren afweer)
• Na binnendringen -> aanval ziekteverwekker
• door witte bloedcel = macrofaag
• Onderscheid eigen of vreemde cel door antigenen ->
activatie afweer
• Antigenen – grote moleculen -> eiwitten of gifstoffen +
chemische stoffen
• Macrofaag = witte bloedcellen door hele lichaam
verplaatsen
• Snelle reactie -> opruimen door fagocytose
• Veroorzaken koorts -> versnellen afweer reacties
• Rol bij activatie verworven afweer
• Granulocyten -> fagocyteren -> sterfte leidt tot pus /
etter
• Mestcellen – in weefsels van huid en slijmvliezen
• Afgifte histamine -> verwijding + doorlaatbaarheid bloedvaten
• zwelling, warmte, roodheid
Antigeen-
Presenterende Cellen
• Lymfocyten -> T-cellen en B-cellen
• Indringers herkennen aan
antigenen door receptor op
celmembraan
• Receptor is specifiek = elke receptor
bindt aan 1 antigeen
• Elke lymfocyt – 1 type receptor
• Verschillende rol
Lymfocyten
(Verworven afweer)
• Rol macrofaag bij activatie T- en B-
cellen
• Macrofaag -> Antigeen Presenterende Cel
APC
• Na fagocytose -> antigeen op receptor
• APV via lymfe naar lymfoide organen
• Antigeen APC aanbieden aan T- en B-cellen
• Juiste receptor met juiste antigeen
• => activatie lymfocyt
MHC-receptoren
• APC
• Macrofaag
• Dendritische cellen
• B-lymfocyten
• Binding tussen antigeen-specifieke receptor van lymfocyt en
antigeen ziekverwekker
• MHC = Major Histocompability Complex
• MHC-I alle cellen met celkern in menselijk lichaam
• MHC-II -> alleen op macrofagen, dendritische cellen en geactiveerde
B-cellen
• Antigenen van gefagocyteerde ziekteverwekkers op receptor gepresenteerd
Cellulaire respons (Reactie T-cellen)
• T-cellen binden aan antigeen APC => deling T-cellen
• T-helpercellen
• Productie stoffen voor vorming en activatie cytotoxische T-cellen
• Cytotoxische T-cellen
• Zoeken geïnfecteerde lichaamscellen
• Herkenning door antigeen aan receptor celmembraan
• Binding met receptor aan receptor -> vernietiging door afgifte stoffen
Humorale respons (Reactie B-cellen)
• activatie B-cellen door
• (1) T-helpercellen afgifte stoffen na binding aan antigeen
op APC
• (2) binding aan antigeen ziekteverwekker
• (3) binding aan APC
• Vermenigvuldiging B-cel
• Plasmacel -> aanmaak anti-stoffen tegen ziekteverwekker
• Antistof = eiwit die bindt aan antigeen van
ziekteverwekker en maakt ziekteverwekker
onschadelijk
• Vorming antigeen-antistof-complex
• Meerdere antistoffen -> meerdere plasmacellen
• Bezitter complex – onschadelijk maken
• Afdekken antigeen
• Celmembraan aangetast
• Antistoffen in alle lichaamsvochten
Allergische reacties
• Allergenen = antigenen op onschadelijke
stoffen (altijd eiwitten)
• Veroorzaken (onnodige) allergische reacties
• 1e
contact met allergeen
• APC activeert B-cellen tot plasmacellen
• Direct
• Indirect – afgifte stoffen T-helpercellen
• Antistoffen aan mestcellen – gesensibiliseerd /
gevoelig voor allergeen
• 2e
contact
• Allergeen bindt aan antistoffen mestcellen
• Activatie mestcellen -> afgifte histamine
• Loopneus, tranende ogen, benauwdheid, diarree
Geheugencellen
• Geactiveerde T- en B-cellen
• Directe bestrijding ziekteverwekker, EN
• Geheugencellen
• T-geheugencellen
• herkennen antigenen van bekende ziekteverwekker
• Geactiveerde T-cellen => snelle afweerreactie
• B-geheugencellen
• Herkennen antigenen
• Vorming plasmacellen
V6 Bescherming 2024-2025 biologie afweer
V6 Bescherming 2024-2025 biologie afweer
BS 3 Immuniteit
Primaire en secondaire reactie
Natuurlijke en kunstmatige immuniteit
Actieve en passieve immuniteit
Primaire en secondaire reactie
• Primaire reactie
• Vorming (voldoende) antistof na 1e
besmetting met antigeen (dagen)
• Incubatietijd
= tijd tussen binnendringen en eerste
ziekteverschijnselen (uren – jaren)
• Symptomen verdwijnen bij voldoende
antistoffen
• Immuun geworden
• Secondaire reactie
• Snelle vorming antistoffen door
geheugencellen
• Meer antistoffen en langzamere afname
• Geen of minder ziekteverschijnselen
Natuurlijke en kunstmatige
immuniteit
• Natuurlijke immuniteit
• reactie na binnendringen ziekteverwekker
• (kinder)ziekten – waterpokken
• levenslang
• Kunstmatige immuniteit
• reactie na opzettelijke blootstelling aan antigeen – immunisatie
• Minder langdurige bescherming
Vaccinatie
• Vaccinatie = toediening (inenting) van stof (vaccin)
die afweersysteem activeert en immuniteit opwekt
• vaccins – antistoffen + geheugencellen makken:
• Ernstige gevolgen voor gezondheid
• Minder risico vaccinatie dan natuurlijk
• Soms langer beschermd
• Hoge vaccinatiegraad -> om gehele populatie te
beschermen
• Indeling vaccins – antistoffen + geheugencellen
maken:
• Afgezwakte of inactieve ziekteverwekkers
• Niet ziek worden
• Antigenen ziekteverwekker
• Eiwit
• Nagemaakt eiwit van ziekteverwekker
• Vector
• Stukje DNA of RNA van ziekteverwekker in niet-ziekmakend virus
• Lichaamscellen maken eiwit van ziekteverwekker
• RNA
• Stukje RNA ziekteverwekker
• Lichaamscellen maken eiwit van ziekteverwekker
Actieve en passieve immuniteit
• Actieve immuniteit
• immuun voor ziekte door activatie
afweersysteem met aanmaak
antistoffen en geheugencellen
• Langdurige bescherming
• Vaccinatie
• Besmetting
• Passieve immuniteit
• Antistoffen toegediend zonder
activatie eigen afweer
• Kortdurende bescherming
V6 Bescherming 2024-2025 biologie afweer
V6 Bescherming 2024-2025 biologie afweer
BS 4 Transplantatie en
bloedtransfusie
Transplantatie
Donorregistratie
Bloedgroepen
Resusfactor
Transplantatie
• Transplantatie = weefsel of orgaan van patiënt (acceptor) vervangen
door materiaal van
• patiënt zelf
• Iemand anders / donor
• Afstoting – eiwitten op celmembraan gezien als vreemde antigenen
• Door MHC / Major Histicompatibility complex onderscheiden lymfocyten eigen
cellen
• Eiwit systeem HLA / Human Leucyte Antigeen
Donorregistratie
Bloedgroepen
• Antigenen op
celmembraan rode
bloedcellen (geen HLA-
eiwitten)
• Bepalen bloedgroep
• ABO-systeem –
bloedgroepen A, B, AB en 0
(nul)
• Bloedgroep geeft type
antigeen en tegenover
gestelde andere antistof
• Bloedtransfusies
Resusfactor
• Systeem bloedgroep
• 85% met eiwit op rode bloedcel
• resusfactor of resusantigeen
• Resuspositief Rh+ - met resusantigeen
• Resusnegatief Rh- - zonder resusantigeen
• Rh- maakt antistof na 1e
contact Rh+ = primaire reactie
• Klontering - hemolyse
• Problemen bij zwangerschap Rh- vrouw van Rh+ kind
V6 Bescherming 2024-2025 biologie afweer
V6 Bescherming 2024-2025 biologie afweer
Samenhang Poep, het meest veelzijdige
medicijn

More Related Content

PPTX
Bio afweer
PPTX
Hoofdstuk 36 - Audesirk
PPTX
Hoofdstuk 36 - Audesirk
PPTX
Bio afweer
PDF
Passage subdomein 5.1 overzichtstabel 10voor biologie
PPTX
Hoofdstuk 19 - Audesirk
PPT
PPT
Moedermelk Immunologie
Bio afweer
Hoofdstuk 36 - Audesirk
Hoofdstuk 36 - Audesirk
Bio afweer
Passage subdomein 5.1 overzichtstabel 10voor biologie
Hoofdstuk 19 - Audesirk
Moedermelk Immunologie
Ad

V6 Bescherming 2024-2025 biologie afweer

  • 3. 13 Afweer Oriëntatie Besmettingsgevaar in de crèche? BS 1 Bescherming BS 2 Afweer BS 3 Immuniteit BS 4 Transplantatie en bloedtransfusie Samenhang Poep, meest veelzijdige medicijn
  • 5. BS 1 Bescherming Inwendig en uitwendig milieu Lichaamsvreemde stoffen Virussen Eerste verdedigingslinie
  • 6. Inwendig en uitwendig milieu • Blootstelling aan ziekteverwekkers / pathogenen • Klein – virussen + bacteriën • Groot – schimmels + dieren (insecten, wormen) • Scheiding inwendig en uitwendig milieu door dekweefsel
  • 7. Lichaamsvreemd en lichaamseigen • Infectie = ziekteverwekker is lichaam binnengedrongen en vermenigvuldigd zich • Ziekteverschijnselen • Afgifte stoffen – bacterien, schimmels, dieren • Locatie infectie • Huid, slijmvliezen – schimmels • Rest – bacteriën, virussen, eencellige dieren • Type stof • Lichaamsvreemd – stoffen en cellen die niet in lichaam thuishoren • Lichaamseigen – stoffen en cellen door lichaam gemaakt • Afweersysteem / immuunsysteem beschermt tegen lichaamsvreemde stoffen en organismen
  • 8. Lichaamsvreemd en lichaamseigen • Antibioticum / antibiotica = medicijnen doden of remmen groei van bacteriën (NIET VIRUSSEN) • Beschadigen celwand • Blokkeren stofwisseling • Resistentie = ongevoelig worden door bacterien • Vaak gebruik • Slecht gebruik
  • 9. Virussen • Virus – geen organisme • Lichaamscellen gastheer binnen dringen om te overleven en voort te planten • DNA-virus / RNA-virus met eiwitmantel • HIV
  • 10. Lichaamsvreemd en lichaamseigen • Infectie pathogene schimmel • Oppervlakkig • Warm + vochtige plaats • Zwemmerseczeem • Vaginale infectie Candida albicans • Dierlijke parasieten • Op lichaam, in weefsel of darmen • Hoofdluis, • Bedwants • Schurftmijt • Spoelworm
  • 11. Eerste verdedigingslinie • Mechanische afweer • Huid • Slijmvliezen • Ogen, neus, mond, ademhalingsstelsel, voortplantingsstelsel • Chemische afweer • Slijm • Maagsap – pH 1-2 • Zweet & tal – pH 3-5 • Goede bacterien • Bescherming invloed buitenaf • Beschadiging • Verdamping • DNA-beschadiging door UV-straling • Melanocyten in kiemlaag - pigmentvormend
  • 12. Eerste verdedigingslinie • Bescherming invloed buitenaf • Beschadiging • Verdamping • DNA-beschadiging door UV-straling • Melanocyten in kiemlaag – pigmentvormend • Melanine – door blootstelling huid aan zonlicht
  • 13. READER Opdracht 6V4.1 (blz 164) Onderdelen en functie huid
  • 15. BS 2 Afweer Immuunsysteem Fagocyten (Aangeboren afweer) Antigeen-presenterende cellen Lymfocyten (Verworven afweer) MHC-receptoren Cellulaire respons (Reactie van T-cellen) Humorale respons (Reactie van B-cellen) Allergische reacties Geheugencellen
  • 16. Immuunsysteem • Binnen dringen in inwendige milieu – activatie afweersysteem • 2e verdedigingslinie – aangeboren / niet-specifieke afweer • Tegen verschillende typen ziekteverwekkers • Snelle eerste afweer tegen infectie • Activeert verworven afweer • 3e verdedigingslinie – verworven / specifieke afweer • Gewervelde dieren • Opbouw gedurende leven • Tegen 1 specifieke ziekteverwekker • Tegen eigen veranderde eigen cellen (geinfecteerde cellen of kankercellen) • Lymfoide organen = organen betrokken bij afweersysteem • Beenmerg • Thymus • Milt • Lymfeknopen
  • 17. Immuunsysteem • Vorming witte bloedcellen uit stamcellen in rode beenmerg • Fagocyten – aangeboren afweer • Mestcellen – aangeboren afweer • Lymfocyten – verworven afweer • Verdere ontwikkeling lymfocyten • in thymus • T-cellen / T-lymfocyten • Beenmerg • B-cellen / B-lymfocyten • Opslag en transport witte bloedcellen • Thymus • Milt • lymfeknopen
  • 18. Fagocyten (Aangeboren afweer) • Na binnendringen -> aanval ziekteverwekker • door witte bloedcel = macrofaag • Onderscheid eigen of vreemde cel door antigenen -> activatie afweer • Antigenen – grote moleculen -> eiwitten of gifstoffen + chemische stoffen • Macrofaag = witte bloedcellen door hele lichaam verplaatsen • Snelle reactie -> opruimen door fagocytose • Veroorzaken koorts -> versnellen afweer reacties • Rol bij activatie verworven afweer • Granulocyten -> fagocyteren -> sterfte leidt tot pus / etter • Mestcellen – in weefsels van huid en slijmvliezen • Afgifte histamine -> verwijding + doorlaatbaarheid bloedvaten • zwelling, warmte, roodheid
  • 19. Antigeen- Presenterende Cellen • Lymfocyten -> T-cellen en B-cellen • Indringers herkennen aan antigenen door receptor op celmembraan • Receptor is specifiek = elke receptor bindt aan 1 antigeen • Elke lymfocyt – 1 type receptor • Verschillende rol
  • 20. Lymfocyten (Verworven afweer) • Rol macrofaag bij activatie T- en B- cellen • Macrofaag -> Antigeen Presenterende Cel APC • Na fagocytose -> antigeen op receptor • APV via lymfe naar lymfoide organen • Antigeen APC aanbieden aan T- en B-cellen • Juiste receptor met juiste antigeen • => activatie lymfocyt
  • 21. MHC-receptoren • APC • Macrofaag • Dendritische cellen • B-lymfocyten • Binding tussen antigeen-specifieke receptor van lymfocyt en antigeen ziekverwekker • MHC = Major Histocompability Complex • MHC-I alle cellen met celkern in menselijk lichaam • MHC-II -> alleen op macrofagen, dendritische cellen en geactiveerde B-cellen • Antigenen van gefagocyteerde ziekteverwekkers op receptor gepresenteerd
  • 22. Cellulaire respons (Reactie T-cellen) • T-cellen binden aan antigeen APC => deling T-cellen • T-helpercellen • Productie stoffen voor vorming en activatie cytotoxische T-cellen • Cytotoxische T-cellen • Zoeken geïnfecteerde lichaamscellen • Herkenning door antigeen aan receptor celmembraan • Binding met receptor aan receptor -> vernietiging door afgifte stoffen
  • 23. Humorale respons (Reactie B-cellen) • activatie B-cellen door • (1) T-helpercellen afgifte stoffen na binding aan antigeen op APC • (2) binding aan antigeen ziekteverwekker • (3) binding aan APC • Vermenigvuldiging B-cel • Plasmacel -> aanmaak anti-stoffen tegen ziekteverwekker • Antistof = eiwit die bindt aan antigeen van ziekteverwekker en maakt ziekteverwekker onschadelijk • Vorming antigeen-antistof-complex • Meerdere antistoffen -> meerdere plasmacellen • Bezitter complex – onschadelijk maken • Afdekken antigeen • Celmembraan aangetast • Antistoffen in alle lichaamsvochten
  • 24. Allergische reacties • Allergenen = antigenen op onschadelijke stoffen (altijd eiwitten) • Veroorzaken (onnodige) allergische reacties • 1e contact met allergeen • APC activeert B-cellen tot plasmacellen • Direct • Indirect – afgifte stoffen T-helpercellen • Antistoffen aan mestcellen – gesensibiliseerd / gevoelig voor allergeen • 2e contact • Allergeen bindt aan antistoffen mestcellen • Activatie mestcellen -> afgifte histamine • Loopneus, tranende ogen, benauwdheid, diarree
  • 25. Geheugencellen • Geactiveerde T- en B-cellen • Directe bestrijding ziekteverwekker, EN • Geheugencellen • T-geheugencellen • herkennen antigenen van bekende ziekteverwekker • Geactiveerde T-cellen => snelle afweerreactie • B-geheugencellen • Herkennen antigenen • Vorming plasmacellen
  • 28. BS 3 Immuniteit Primaire en secondaire reactie Natuurlijke en kunstmatige immuniteit Actieve en passieve immuniteit
  • 29. Primaire en secondaire reactie • Primaire reactie • Vorming (voldoende) antistof na 1e besmetting met antigeen (dagen) • Incubatietijd = tijd tussen binnendringen en eerste ziekteverschijnselen (uren – jaren) • Symptomen verdwijnen bij voldoende antistoffen • Immuun geworden • Secondaire reactie • Snelle vorming antistoffen door geheugencellen • Meer antistoffen en langzamere afname • Geen of minder ziekteverschijnselen
  • 30. Natuurlijke en kunstmatige immuniteit • Natuurlijke immuniteit • reactie na binnendringen ziekteverwekker • (kinder)ziekten – waterpokken • levenslang • Kunstmatige immuniteit • reactie na opzettelijke blootstelling aan antigeen – immunisatie • Minder langdurige bescherming
  • 31. Vaccinatie • Vaccinatie = toediening (inenting) van stof (vaccin) die afweersysteem activeert en immuniteit opwekt • vaccins – antistoffen + geheugencellen makken: • Ernstige gevolgen voor gezondheid • Minder risico vaccinatie dan natuurlijk • Soms langer beschermd • Hoge vaccinatiegraad -> om gehele populatie te beschermen • Indeling vaccins – antistoffen + geheugencellen maken: • Afgezwakte of inactieve ziekteverwekkers • Niet ziek worden • Antigenen ziekteverwekker • Eiwit • Nagemaakt eiwit van ziekteverwekker • Vector • Stukje DNA of RNA van ziekteverwekker in niet-ziekmakend virus • Lichaamscellen maken eiwit van ziekteverwekker • RNA • Stukje RNA ziekteverwekker • Lichaamscellen maken eiwit van ziekteverwekker
  • 32. Actieve en passieve immuniteit • Actieve immuniteit • immuun voor ziekte door activatie afweersysteem met aanmaak antistoffen en geheugencellen • Langdurige bescherming • Vaccinatie • Besmetting • Passieve immuniteit • Antistoffen toegediend zonder activatie eigen afweer • Kortdurende bescherming
  • 35. BS 4 Transplantatie en bloedtransfusie Transplantatie Donorregistratie Bloedgroepen Resusfactor
  • 36. Transplantatie • Transplantatie = weefsel of orgaan van patiënt (acceptor) vervangen door materiaal van • patiënt zelf • Iemand anders / donor • Afstoting – eiwitten op celmembraan gezien als vreemde antigenen • Door MHC / Major Histicompatibility complex onderscheiden lymfocyten eigen cellen • Eiwit systeem HLA / Human Leucyte Antigeen
  • 38. Bloedgroepen • Antigenen op celmembraan rode bloedcellen (geen HLA- eiwitten) • Bepalen bloedgroep • ABO-systeem – bloedgroepen A, B, AB en 0 (nul) • Bloedgroep geeft type antigeen en tegenover gestelde andere antistof • Bloedtransfusies
  • 39. Resusfactor • Systeem bloedgroep • 85% met eiwit op rode bloedcel • resusfactor of resusantigeen • Resuspositief Rh+ - met resusantigeen • Resusnegatief Rh- - zonder resusantigeen • Rh- maakt antistof na 1e contact Rh+ = primaire reactie • Klontering - hemolyse • Problemen bij zwangerschap Rh- vrouw van Rh+ kind
  • 42. Samenhang Poep, het meest veelzijdige medicijn